‘Paultje, loop jij even snel naar Van der Holst? Ik heb geen geraspte kaas.’ Gehaast stond mijn moeder te koken, het liep tegen zessen en de melkboer ging om zes uur dicht.
Ja, ik kom uit de oertijd, toen winkels nog om zes uur sloten 😊
(En waarschijnlijk zei mijn moeder geen Paultje maar Plaatje, want zo noemde ze me vaak, maar dat zou jou als lezer te veel vraagtekens opleveren. Dus koos ik voor Paultje, wat ze ook weleens zei, zodat ik je nu kan vertellen dat je je best wat dichterlijke vrijheid kunt veroorloven in je teksten als je het je lezer daarmee makkelijker maakt.)
Maar ter zake. Want ik wil een misverstand uit de weg ruimen over je ideale klant. En daarvoor neem ik je even mee terug naar mijn jeugd. Naar melkboer Van der Holst, aan de Herenstraat in Voorhout. Mevrouw Van der Holst deed om zes uur de sloten op de winkeldeur. Maar van mijn moeder kreeg ik de instructie mee: ‘Als de winkel al dicht is, loop dan even achterom. Dan helpen ze je nog wel even.’
Veel van mijn klanten vergeten dat ze een achterdeur hebben. Ik geef regelmatig ideale-klantsessies. Daarin help ik coaches en therapeuten om precies te definiëren welke klant ze willen helpen, en met welk probleem.
Dat helpt.
Dan kunnen ze namelijk eindelijk hun ‘etalage’ – website, social media, pitch bij netwerkgelegenheden – zo inrichten dat de klanten die ze het liefst willen, ervan gaan watertanden.
Eén bezwaar komt altijd weer op de proppen tijdens zo’n zoektocht naar je ideale klant: ‘Ja, maar die-en-die vind ik ook leuk, mag ik die dan helemaal niet meer helpen?’
Dat is het misverstand.
Met het kiezen van je ideale klant leg je jezelf geen verbod op. Je maakt je diensten alleen super verleidelijk voor je allerleukst denkbare klant.
Voor je leukste klant richt je je etalage in.
Alles wat ze online en offline van je kan vinden, draagt diezelfde boodschap uit: de boodschap dat jij er speciaal voor háár bent. Zodat de leuke klanten in de rij gaan staan voor je winkel.
Maar dat wil niet zeggen dat je winkel dicht is voor andere klanten. Je hebt nog altijd een achterdeur! En als daar iemand aan komt kloppen, kijk je gewoon of je die leuk genoeg vindt en of je hem of haar kunt helpen.
Is dat zo?
Dan doe je de achterdeur open.
‘Och meisje, had je moeder de kaas vergeten? Hier, het laatste beetje er ook maar bij’. Ik vond het altijd spannend om aan de achterdeur te kloppen, maar mevrouw Van der Holst was lief. Ze deed open (kennelijk vond ze me leuk genoeg en kon ze me nog helpen) en gaf zelfs wat extra geraspte kaas mee. Dan was haar schaal ook maar leeg, ‘het droogt ook maar uit van een nacht liggen hè’.
Als de klanten elkaar nog niet staan te verdringen voor je etalage, doe dan deze zomer mee met Communiceren met je klant. Dan leer ik je om teksten te schrijven om van te watertanden. Kun je trouwens ook mee uit de voeten voor video’s, lives, reels, presentaties en podcasts.
Er is een online editie van de training in juli (op 3, 11, 18 en 25 juli) én een editie op locatie in augustus (op 22 en 29 augustus), voor als je me liever niet door een schermpje ziet maar in 3D tegenover je hebt.
En weet je nog niet precies wie je klant is, boek dan eerst een ideale-klantsessie. Ik beloof je dat je achterdeur open mag blijven.
En ik denk, ik dénk dat we macaroni met ham en kaas aten die avond. Uit de oven, met zo’n lekker korstje van kaas en paneermeel.
Geef een reactie