De zon scheen, zo’n heerlijk goudgele nazomerzon. Met vriendin en businessbuddy Irene fietste ik naar de Tuin van de Smid – aanrader als je in de buurt van Leiden bent! – voor een kop koffie, en omdat we zo effectief zaten te werken samen plakten we de lunch eraan vast. ‘Op glutenvrij brood graag’, bestelde Irene. En de serveerster vroeg: ‘Prima – bent u kruimelgevoelig?’

Kruimelgevoelig.

Zo’n woord dat mijn taalbrein prikkelt. Nooit eerder gehoord.
‘O, nee hoor – intolerant, niet allergisch’, was Irenes geroutineerde antwoord.
En ik wist: ik hóefde het ook niet te begrijpen. Het was tussen hen, in hun taal.

De serveerster sprak perfect de taal van haar klant. De Tuin van de Smid serveert biologische, vegetarische gerechten; het is een plek waar ze zijn ingesteld op mensen met een glutenallergie of een lactose-intolerantie. De serveerster paste er onmiddellijk haar taalgebruik bij aan.

Ik voelde me erbuiten staan. Dit was tussen hen beiden, het ging niet over mij. Natuurlijk begreep ik wel wat de serveerster bedoelde; ik hou van koken en houd graag rekening met allergieën en intoleranties van mijn gasten en cursisten. Maar omdat ik voor zover ik weet gluten prima verdraag, stond ‘kruimelgevoelig’ niet in mijn woordenboek. Als taalliefhebber was ik geboeid, maar ik voelde me niet aangesproken.

Irene daarentegen voelde zich gezien en begrepen: hier snappen ze haar glutenintolerantie, en zelfs als ze volledig allergisch zou zijn was ze welkom geweest! Dat voelt extra fijn als je niet zomaar overal terecht kunt.

Toen de lunch arriveerde, zette ik ‘m meteen even op de foto: voor jou.

Wees als deze serveerster! Op je website en je socials, in je nieuwsbrief en je blog. Wees niet bang om je taal aan te passen aan die éne allerleukst denkbare klant op wie je je vooral richt in jouw ‘restaurant’, in jouw bedrijf.
Ik hoor zó vaak ‘maar dan jaag ik andere klanten misschien weg’ als ik aandring op concrete details en specifiek taalgebruik in je webteksten of in je blogs. Maar het omgekeerde is waar.

Het gaat er niet om wie je niet wilt wegjagen, maar om wie je het liefste wilt aantrekken. Die allerleukst denkbare klanten, die wil je dat welkome gevoel geven dat Irene op het terras van de Tuin van de Smid had, ja toch?
Dat bereik je alleen als je praat over hun kruimelgevoeligheid, niet als je zegt ‘we houden rekening met al uw dieetwensen’. Dat laatste is een obligaat zinnetje zonder gevoel. Het jaagt niemand weg, maar het geeft ook niemand dat écht geziene, welkome gevoel. Dat ontstaat pas als je echt voor een specifieke ideale klant durft te kiezen en je taalgebruik helemaal op haar of hem toesnijdt. Dan voelt die klant zich ultiem gezien. Die komt terug! Enne: ik ben ook blijven zitten op dat terrasje, en ook ik kom terug, al ben ik dan net niet helemaal doelgroep.

Hoe zit dat in jouw teksten? Zijn die al kruimelgevoelig?
Heb jij het toch nog stiekem te vaak over het equivalent van ‘dieetwensen’ in jouw vakgebied? Schrijf je over ‘in je kracht zetten’, ‘in de flow’ of ‘maatwerk’, zeg je dat je ‘mensen’ wilt helpen? Of spiegel je je klanten als resultaat van je traject voor dat ze ‘stappen zetten’, ‘naar hun lichaam luisteren’ of ‘meer rust in hun hoofd en lijf hebben’?
Als jij ook je taal niet echt specifiek krijgt, laat me je dan helpen. In de training Communiceren met je klant scherpen we samen je taal aan. En in september geef ik ‘m eenmalig op locatie in plaats van live online, dus werk je liever ‘in het wild’ met me, schrijf je dan meteen in!