In een vorig leven schreef ik veel voor het personeelsmagazine van AkzoNobel, en dat blad kreeg af en toe een nieuwe redactieformule. Een creatieve geest had bij één van die vernieuwingsrondes bedacht om bovenaan elke pagina drie mini-informatieblokjes in te voegen, met een gestileerd tekeningetje en wat informatie die heel losjes te maken moest hebben met het onderwerp van het artikel op die pagina.
‘O leuk!’, riep ik. En ‘Jeetje, wat een tijdrovend plan’, verzuchtte mijn collega.
En dat verschil zorgt ervoor dat ik nu degene ben die jou kan leren om wel 500 blogonderwerpen voor je praktijk te verzinnen, en niet zij 😉

Wij hadden namelijk verschillende typen hoofden. Het mijne is, tja, zullen we het maar associatief en creatief noemen? Chaotisch keur ik overigens ook goed, dat is de keerzijde namelijk.
Het hare is helder en gestructureerd.

Mijn hoofd ging onmiddellijk aan het associëren. Of eigenlijk: dat deed het altijd al, en ik juichte bij de gedachte dat ik drie van die volstrekt willekeurige associaties nu eens nuttig kon gebruiken. Gaf je mij opdracht om een artikel te schrijven over een nieuwe applicatiemethode voor vliegtuiglakken – ik noem maar iets – dan vroeg mijn hoofd zich tijdens de research sowieso al af wie er nou ook alweer nog meer claimde als eerste over de oceaan te zijn gevlogen behalve die broers Wright, en in welk jaar dat ook alweer was. De gedachte kwam langs wat voor laag er nou precies op vlindervleugels zit en of die wordt aangebracht als ze uit de cocon kruipen, en ik moest inééns denken aan de applicaties die mijn moeder vroeger op mijn broek naaide (de broek donkerbruin corduroy en de applicatie een oranje sinaasappel of een gele appel, het waren de jaren ’70 tenslotte).

Meestal was ik jaloers op haar hoofd maar nu was het andersom. Mijn collega miste nooit een deadline, maar op deze blokjes tekst zat ze echt te zwoegen. ‘Hoe dóe jij dat?’, vroeg ze me. Mijn eerste antwoord was ‘gewoon, dat gebeurt’ maar toen ik erover ging nadenken zag ik dat er wel degelijk een systeem in zat.

Toen ik haar dat systeem uitlegde, kon zij het ook! Vanaf dat moment lukte het haar zonder moeite om die onderwerpjes uit haar mouw te schudden.
En datzelfde systeem gebruik ik nog steeds om onderwerpen voor blogs te vinden. Én om aan mijn klanten te leren hoe zij onderwerpen voor hun blogs kunnen vinden. Want dat is een van de grootste struikelblokken om het bloggen en posten op je socials echt van de grond te krijgen: het vinden van onderwerpen. En ik geef toe: voor jezelf is dat soms íetsje lastiger dan voor een ander. Iets met blinde vlekken voor je eigen kwaliteiten en onzekerheid over jezelf en zo. Maar juist dan is het fijn om terug te kunnen vallen op een systematiek die werkt.